Schaaklessen

Schaakacademie Limburg VZW

Of er een sport bestaat die ervoor zorgt dat uw kind beter presteert op school? Jawel, schaken!

Schaken en pedagogie

Dat kinderen door te schaken extra vaardigheden aanleren is mooi meegenomen, maar het belangrijkste is dat ze het graag doen!

Zes redenen om te leren schaken

Kinderen leren beter leren, rekenen en lezen

Schaken bevordert de schoolprestaties van kinderen. Enkele internationaal bekende studies toonden dat wetenschappelijk aan.

“Een klassieke studie is die van Karel van Delft uit 1992. Van Delft vergeleek de schoolresultaten van 77 schakers met 201 niet-schakers. De schakende kinderen, zowel jongens en meisjes, presteerden een stuk beter dan de niet-schakers op het vlak van rekenen, taal en informatieverwerking (redeneervermogen). (…) De schakende meisjes deden het enkel veel beter voor rekenen.”

Uit “Schakers presteren beter op school” – De Standaard 29 september 2003

Kinderen leren kiezen, plannen, beslissen en verantwoordelijkheid nemen

“Communicatie, winnen en verliezen, respect, geduld, problemen oplossen ook als je aan het verliezen bent, concentratie en aandacht… Dit alles verbetert dankzij schaken. Al deze vaardigheden nemen de kinderen mee naar de speelplaats en daarbuiten. Bovendien zijn ouders soms heel verbaasd dat hun kind ‘zoiets moeilijks’ kan. Je leert vooruit denken, gegevens verzamelen, kiezen, categoriseren, doelen stellen, selecteren, evalueren, plannen… Al die dingen doe je op school ook. Als leerlingen gevraagd wordt hun eigen schoolreis te organiseren, passen ze heel veel schaakvaardigheden toe.”

Uit “Schakers presteren beter op school” – De Standaard 29 september 2003

Kinderen concentreren zich beter en worden rustiger

Je leert leerlingen ook om rustig te zijn. Sommige leerlingen bloeien helemaal open. Kevin is zo’n jongen. Hij praat meer, is enthousiast als hij speelt, houdt meer oogcontact als je met hem praat, vertoont meer zelfvertrouwen.”

“De eerste weken doen ze niets anders dan stukken ruilen en heel snel spelen. Je moet ze time-outs geven, want ze raken zo dolgedraaid dat de stukken onder de banken vliegen en ze enkele minuten rust nodig hebben. Maar naarmate het schooljaar vordert, worden ze steeds rustiger. Ik merk dat hun partijen langer duren, tot uiteindelijk het volle halfuur voor één partij. Schaken maakt het makkelijker om leerlingen stil te krijgen dan andere lesactiviteiten. Schaken daagt leerlingen uit, past in de eindtermen, doet het zelfwaardegevoel van de kinderen stijgen, haalt hun negatief zelfbeeld en faalangst naar beneden. Eigenlijk zeg je tegen de leerlingen en hun ouders: jullie doen iets waarvan de maatschappij zegt dat het heel moeilijk is.”

Uit “Schaken zet pesten mat” – Klasse voor leerkrachten 2008

Kinderen leren omgaan met hun verlies en zien hun eigen fouten in

“Je traint je concentratievermogen, je strategisch denken, je leert plannen. De kracht van schaken voor die vaardigheden is dat je er alleen voor staat: niemand staat naast je om te zeggen of je plan goed is. Door er echter over na te denken groei je daarin. Ten slotte heeft schaken veel weg van het echte leven: het is geen quiz met vooraf bepaalde goede antwoorden en dat is het leven evenmin”.

Uit “Schaken zet pesten mat” – Klasse voor leerkrachten 2008

Kinderen leren elkaar beter kennen en pesten elkaar daardoor minder

Wat gebeurt er als je gepest wordt? “Dat bekijken we als een schaker: wat gebeurt er als er een schaakstuk wordt aangevallen? Je kan je stuk beschermen (bij de juf hangen), je kan hulp zoeken en je stuk dekken met een ander stuk (een vriendje zoeken om je te helpen) of je kan in de tegenaanval gaan (met vrienden tegen de pestkop in gaan). Op die manier geven we kinderen indirect de boodschap mee dat ze niet in een hoekje hoeven te kruipen als ze gepest worden. Ik kan het niet bewijzen, maar geloof sterk dat we kinderen dankzij schaken weerbaarder maken. We geven kinderen die verbaal zwak staan en die snel slaan en schoppen een andere taal om zich te verweren. Om te schaken heb je geen woorden nodig.” Tania Folie (https://steunpuntwvg.be/images/jong/schaken-als-differentiatie-in-het-lager-onderwijs)

Uit “Schaken zet pesten mat” – Klasse voor leerkrachten 2008

Schaken focust de aandacht en maakt kinderen stressbestendiger

“In elke schaker schuilt een topmanager. Een bedrijf leiden en schaken hebben veel gemeen. Anticiperen op problemen, oplossingen vinden, flexibel opstellen, afwijken van je principes, beslissingen nemen, verantwoordelijkheid dragen voor je beslissingen. Kijk, dat zijn allemaal manager capaciteiten die je als schaker ontwikkelt. Want schaken leert kinderen analyseren, strategisch denken, moeilijke situaties aanpassen en snel en onder druk reageren”.

Inge Geerdens CEO CV Warehouse

De schaakontwikkeling van een kind

Fascinatie

Sommige kinderen zijn meteen gefascineerd als ze een schaakbord zien staan, ook al weten ze nog niet wat het doel van het spel is of hoe de stukken bewegen. Nieuwsgierig als ze zijn, staren ze naar spelers die een partijtje spelen. Maar al te graag willen ze meer over het spelletje te weten komen. De interesse is gewekt. Nu kan je het kind natuurlijk niet op zijn honger laten zitten.

Stap voor stap

Gelukkig leent het schaken zich ertoe om stap voor stap nieuwe elementen aan te bieden om de nieuwsgierigheid levendig te houden: de beweging van de stukken, een stuk slaan, schaak geven, schaakmat zetten, de rokade… Regelmatig iets nieuws leren is een belangrijke motivator voor het kind.

Kennis wordt kunde

Met de opgedane kennis moet natuurlijk iets gedaan worden. De kennis moet omgezet worden in kunde. De vaardigheid om zelf de stukken te verplaatsen op het bord kan ontwikkeld worden door kleine spelletjes (schattenjacht, autorace…) die het kind het nodige plezier verschaffen, ook al is het nog niet het ‘echte’ schaken.

Eerste schaakpartijen

Van zodra de voornaamste regels gekend zijn, kunnen er echte schaakpartijtjes gespeeld worden. Daar moet je in het begin nog niet te veel van verwachten. Ook hier doorloopt het kind immers verschillende fases. De fases zijn niet strikt afgebakend en kunnen elkaar overlappen.

Drie ontwikkelingsfases

De materiaalfase

Hoewel het eigenlijke doel van het spel erin bestaat de vijandelijke koning mat te zetten, is dat in eerste instantie niet wat de kinderen boeit. Zij verkennen in eerste instantie de mogelijkheden van de stukken: welke reglementaire zet kan ik doen? Dikwijls is dat met een stuk dat ze eerder toevallig vastnemen. Het hoeft geen goede zet te zijn, als hij maar volgens de regels is. Het is uiterst belangrijk dat de kinderen vaardig worden in het uitvoeren van zetten, zodat ze na verloop van tijd niet meer moeten nadenken over de loop van een stuk. De kinderen moeten op eigen tempo de beweging van de stukken goed onder de knie krijgen.

De kinderen leren ook al snel dat je stukken kan slaan. Hier onderscheiden zich twee groepen van kinderen: je hebt enerzijds kinderen die vooral geen belangrijke stukken willen verliezen. Zij spelen daarom enkel met pionnen, zodat hun belangrijke stukken ‘veilig’ uit het strijdgewoel blijven.

Ook het spiegelen van de zetten van de tegenstander is een techniek die voorzichtige kinderen gebruiken. “Als het voor mijn tegenstander een goede zet is, zal het voor mij ook wel een goede zet zijn”, is de (helaas foutieve) redenering. Je leert hier ook niet zoveel mee bij.

Anderzijds heb je kinderen voor wie het slaan van stukken het voornaamste doel van het spel wordt. Sommigen zullen al eens bewust een stuk van de tegenstander aanvallen, maar regelmatig worden de stukken door de tegenstander ‘aangeboden’. De kinderen controleren bij het verplaatsen van een stuk immers nog niet of het naar een veilig veld gaat. Ze houden evenmin rekening met de laatste zet van de tegenstander. Dit is normaal in deze fase: er gaat immers nog veel energie naar het reglementair uitvoeren van een zet. Pas als dat een routine is, kan er gefocust worden op de veiligheid van de zet. Hoe vaardiger de kinderen worden in het verplaatsen van de stukken, hoe minder ze nog gratis stukken zullen weggeven tijdens hun partijtjes.

Het heeft geen zin tegen de kinderen te zeggen dat ze langer moeten nadenken over hun zet, wel is het belangrijk dat ze goed leren kijken.

De ruimtelijke fase

In de ruimtelijke fase blijft het materiaal belangrijk, maar het kind zal steeds meer beseffen dat stukken ook velden beheersen. Alle stukken worden betrokken in het spel en gaan zo actief mogelijk geplaatst worden. Ook wordt er al eens bewust naar mat gezocht.

De tijdfase

De tijdfase treedt meestal pas na enkele jaren op de voorgrond. Van zodra kinderen voldoende notie hebben van het materiële en van het ruimtebegrip, gaan ze meer en meer merken dat er een samenhang bestaat tussen de zetten. De kinderen leren vooruitdenken, ze maken kleine plannen, ze merken het belang van het aantal zetten (tempi) dat nodig is om een plan uit te voeren, en ook met de plannen van de tegenstander houden ze meer en meer rekening.

Naarmate het kind vaardiger wordt in het omgaan met de stukken en in tijdfase terechtkomt, merk je dat de motivatie verschuift naar het inhoudelijk willen begrijpen waar het schaken om draait. Voor een aantal kinderen wordt ook het wedstrijdelement een motivatie. Zij doen niets liever dan toernooitjes spelen, om hun krachten te meten met andere schakers. Bij heel getalenteerde en/of gemotiveerde kinderen kan het dan plots snel gaan in hun schaakontwikkeling en voordat je het weet, zit je met je spruit op een groot toernooi.