De SLim gebruikt steevast enkele ezelsbruggetjes:
KDD
(Kijken – Denken – Doen),
waardoor het kind leert dat impulsief handelen vaak niet tot het beste resultaat leidt;
MORA
(Midden – Ontwikkelen – Rokeren – Aanvallen),
ook wel de frituurregel genoemd, als openingsstrategie;
STUDT
(Slaan, Tussenplaatsen, Uitwijken, Dekken, Tegenaanval),
om te verdedigen;
KAS
(Kwetsbaarheden, Activiteit, Samenwerking),
in het middenspel;
ZAP
(Zetdwang, Actieve koning, (vrij)Pionnen),
in het eindspel;